Terwijl anderen hun kater verzorgen stap ik, eindelijk, de stralende ochtend in. Hèhè. Geen mooier geluid dan alleen je eigen voetstappen op knerpend zand. Even een vliegmasjien, maar verder alleen maar kraaien, meeuwen, en een paar brandganzen die onverstaanbaar met elkaar staan te smoezen - wat de (nieuwsgierige) gans op de achtergrond heel onbeleefd vindt.
Een eenzame aalscholver zweeft voorbij.
Ongeveer een uur later zijn mijn handen weer ontdooit.
Prima ochtendje.
En thuis zie ik dat, als het mee zit, ik dit jaar in de tuin niet alleen bendes mussen en merels, drie koppels duiven en zes joekels van eksterrakkers zal mogen voederen, maar ook een paar kauwtjes. En de buurman gewaagde van een putter - en grote gaten in het gras. (Mol? Marter? Vos? Beer?)
